Interview met de hoofdredacteur

Het interview is deze keer met de initiatiefnemer en hoofdredacteur van Complement. De aanleiding is het 5 jarig jubileum van Complement. Vijf jaar geleden kwam in mei 2013 het 0 nummer van Complement uit. Een goede reden om eens een kijkje te nemen in de keuken van Complement.

Wie is Saskia Jongma-Faber?

Ik ben initiatiefnemer en hoofdredacteur van Complement. Ik ben gelukkig getrouwd en moeder van een tweeling van negen jaar oud. Ik ben een bezige bij en doe veel verschillende dingen. Ik geef Complement uit, ben helpdesk-medewerker van 2FIT, heb een eigen praktijk, doe een opleiding acupressuur voor paarden en doe vrijwilligers-werk op verschillende vlakken. Vrije tijd is bij mij altijd heel snel ingevuld.

Heb je je altijd beziggehouden met diergezondheid?

Thuis hebben we altijd huisdieren gehad, maar het begon eigenlijk toen ik als achttien jarige overwoog om een diergerelateerde studie te doen. Bij het kiezen van een universitaire opleiding twijfelde ik destijds tussen dierenethologie en een technische studie. Ik heb toen gekozen voor Toegepaste Wiskunde aan de Universiteit Twente. Die keuze paste bij mijn opvoeding: je gaat niet vier jaar studeren om vervolgens werkeloos te zijn; destijds had 60% van de afgestudeerde dierenethologen geen baan in het vakgebied. Het is een keuze waar ik tot op de dag van vandaag geen spijt van heb. Tijdens de opleiding heb ik mijn analytisch vermogen versterkt en verder ontwikkeld. En daar maak ik nu nog steeds dagelijks gebruik van. Opvallend is dat er ook tijdens mijn studie Wiskunde al een link was naar dieren; zo ben ik afgestudeerd op het modelleren van farmacokinetiek bij varkens in het Leids Universitair Medisch Centrum.

Maar me echt bezighouden met diergezondheid is pas later begonnen. Op een gegeven moment zat ik bij het bedrijf waar ik werkte niet meer op mijn plek. Dat was het moment dat ik in een tijdschrift las over een opleiding tot natuurgeneeskundig therapeut voor dieren. Ik was meteen geïnteresseerd. Ik vroeg een gesprek aan en nog geen twee maanden later begon ik mijn opleiding aan de Silverlinde. Twee weken later had ik van de een op de andere dag mijn baan opgezegd.

Je geeft nu Complement uit. Is dat een logisch gevolg?

Tijdens mijn opleiding aan de Silverlinde las ik graag vakliteratuur. Dat was ik gewend tijdens mijn universitaire studie en het werk daarna. Ik voelde me altijd prettig bij het vergaren van informatie. Ik was verbaasd dat er voor diertherapeuten eigenlijk nog niets bestond terwijl er toch zoveel kennis te delen was.

Ik nam me voor om na mijn opleiding eerst mijn praktijk te starten en daarna te gaan kijken of ik een tijdschrift wilde en kon beginnen. Maar dat liep anders. In augustus 2012 (direct na het behalen van mijn diploma) benaderde Silverlinde mij. Zij wilden mij helpen bij het opstarten van het tijdschrift in ruil voor aandacht voor hun 15 jarig jubileum. Het was een aanbod dat ik niet kon laten liggen. Mijn praktijk lag acuut stil. En ik ging aan de slag met het ontwerpen en ontwikkelen van het tijdschrift. Ik had nog nooit een tijdschrift gemaakt en was absoluut niet bedreven in het ontwerpen van een layout en alles wat er bij het redactiewerk komt kijken. Maar het 0 nummer kwam van de grond en werd in mei 2013 gedrukt in een oplage van 1000 exemplaren. Het werd verspreid onder (oud-)studenten en relaties van Silverlinde en andere geïnteresseerden die ik grotendeels zelf via internet gevonden had.

Hoe ging het daarna?

De keuze om in het 0 nummer aandacht te besteden aan Silverlinde heeft me in de eerste jaren van Complement wel parten gespeeld. Silverlinde was mijn grootste informatiebron en door de uitgebreide special werd Complement in eerste instantie niet als zelfstandig tijdschrift maar als onderdeel van Silverlinde gezien. Daardoor was het in de beginfase moeilijk om abonnees aan te trekken die niets met Silverlinde hadden. Dat is nu gelukkig wel anders. Complement heeft nu abonnees uit alle hoeken van het vakgebied van natuurlijke en complementaire geneeswijzen voor dieren.

Met hoeveel abonnees ben je begonnen?

Ik begon met zo’n 75 abonnees. Met een klein aantal abonnees beginnen was erg spannend; de drukkosten en verzendkosten werden net gedekt door de inkomsten uit abonnementen en advertenties. Als ik de tijd die ik erin stak niet meerekende, kon het precies uit en maakte ik geen winst en geen verlies. Het was vooral spannend omdat ik nog niet wist of ik wel vier edities kon vullen en uitbrengen en dus de abonnees kon geven waarvoor ze betaald hadden. Maar ik wist ook dat, als het me niet lukte, ik kon stoppen en het teveel betaalde geld terug kon storten. Daar hield ik (en houd ik nog steeds) rekening mee.

Hoe is de situatie nu?

Complement is een vaste factor in mijn agenda en in het vakgebied. Complement heeft momenteel zo’n 220 Nederlandse en Belgische abonnees en een oplage van 250 stuks. Het aantal advertenties houd ik beperkt en voor elke editie worden nieuwe auteurs benaderd voor een bijdrage. Ik kan nog steeds niet alle uren die ik erin steek doorfactureren, maar ik maak inmiddels wel wat winst.

Is er veel veranderd?

Er zijn dingen veranderd maar ook dingen gelijk gebleven. De layout van Complement is verbeterd en het tijdschrift ziet er nu leesbaarder en vriendelijker uit. Er zijn wisselingen van columnisten geweest en de denktank c.q. redactie is uitgebreid. Wat gelijk gebleven is, is het maken van de etiketten, het vullen van de enveloppen, het wegbrengen van de postzakken en de facturatie. Dat doe ik namelijk nog steeds zelf.

Waar ben je trots op?

Ik ben trots op meerdere dingen: Ten eerste op het feit dat ik, in de huidige digitale tijd, een gedrukt tijdschrift uitgeef. Ten tweede dat Complement inmiddels een vaste factor is in het vakgebied van de alternatieve en complementaire geneeswijzen voor dieren. Ik heb nu een heel groot netwerk. Dat heb ik toch maar mooi opgebouwd in de afgelopen vijf jaar. En ten derde ben ik er trots op dat ik ondanks jaarlijkse verhogingen van druk- en verzendkosten nog steeds dezelfde abonnementsprijs hanteer en nu zelfs werk met een studentenkorting.

Wat zijn je valkuilen?

Nou die heb ik voldoende. Ik ben niet zo goed in plannen, heb de neiging meer in mijn bedrijf dan aan mijn bedrijf te werken, ben geneigd om te veel hooi op mijn vork te nemen en vraag vaak te laat om hulp. Ik ben wel heel plichtsgetrouw waardoor ik altijd afmaak waaraan ik begonnen ben en nooit ineens de handdoek in de ring gooi.

Wat wil je nog bereiken?

Zowel op de korte als op de lange termijn zijn er nog voldoende uitdagingen voor mij. Op korte termijn wil ik bereiken dat de oplage in Nederland minimaal 250 stuks wordt. Dat betekent een kleine 20% Nederlandse abonnees meer. Om de verzendkosten te drukken (een partijpost bij PostNL is vanaf 250 stuks veel goedkoper), stuur ik momenteel de facturen in een aparte envelop. Daar wil ik eigenlijk vanaf. Ik wil de facturen mee kunnen sturen in de envelop met de editie.

Ook wil ik zover komen dat ik een editie vooruit werk. Ik probeer dat al drie jaar, maar lukken doet het nog niet. Meestal is het niet zo’n probleem dat ik nog niet vooruit werk, maar voor deze editie (die nu voor je ligt) heeft op het allerlaatste moment een auteur afgezegd. Daardoor zat ik ineens met een groot probleem en dat geeft eigenlijk onnodige stress die te voorkomen is door een editie vooruit te werken.

Mijn doel voor de lange termijn is om de groei van de afgelopen vijf jaar voort te zetten. Het huidige aantal abonnees is drie maal zo veel als in 2013. Ik zal apetrots zijn als ik dat over vijf jaar weer kan zeggen.

Aan wie dank je het succes met Complement?

Aan veel mensen eigenlijk. Het klinkt cliché maar dan moet ik toch mijn man noemen. Hij heeft meerdere keren gezegd dat ik ermee moest stoppen omdat het altijd erg hectisch is als de verschijningsdatum in zicht komt. Vooral in de beginjaren en tijdens de eerste edities vergde het veel van mijn energie. Zijn signaleringen hebben mij alerter maar ook rustiger gemaakt. En daardoor gaat het nu beter: Natuurlijk is er nog steeds stress rond de verschijningsdatum, maar ik kan daar inmiddels beter mee omgaan.

Verder ben ik de NatuurApotheek en de BCND dankbaar. Zij adverteren al sinds het allereerste nummer en dat is voor mij heel waardevol. Ze geven daarmee aan vertrouwen te hebben in het tijdschrift, het tijdschrift te waarderen en het te willen ondersteunen. En dat doen ze dan al 5 jaar lang!

En ik ben enorm blij met mijn denktank/redactie. Wat ik van hun vraag is heel wisselend. Soms zijn ze nauwelijks betrokken bij een uitgave, soms juist heel nauw betrokken. Zij denken mee over de inhoud, gebruiken hun contacten en schrijven bijdrages. Maar het belangrijkste is dat ze mij het gevoel geven dat ik er niet alleen voor sta en dat Complement met hun inbreng divers blijft voor de lezers.

Tot slot ben ik alle abonnees dankbaar. Ze zijn de afgelopen jaren geduldig en trouw gebleken. Het aantal opzeggingen per jaar is klein en het aantal wanbetalers van de afgelopen vijf jaar is op één hand te tellen. Dankzij elke afzonderlijke abonnee heeft Complement bestaansrecht en is dit vijf jarig jubileum bereikt.